Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Tekening

betekenis & definitie

v. (-en),

1. het ondertekenen, het plaatsen van een handtekening: ter tekening liggen;
2. wijze waarop iets van figuren is voorzien of zich in figuren vertoont; (oneig.) er komt in, men begint te zien hoe de zaak zich zal ontwikkelen;
3. het afbeelden met potlood enz. van iets of iemand;
4. afbeelding, schets ((e)); volgens volgens het ontwerp; een tekening lezen, de inhoud ervan begrijpen; verticale, horizontale tekening, projectie;
5. (fig.) beschrijving.

De tekening, de oudste kunstuiting, kwam reeds voor in het Paleolithicum (Lascaux, Altamira). In tegenstelling tot de oosterse cultuur (m.n. de Japanse en Chinese), waar de tekening altijd een voorname rol als zelfstandig kunstwerk bleef spelen, had zij in de westerse kunst aanvankelijk de functie van voorstudie of schets voor een met andere middelen gedachte definitieve uitvoering, b.v. voor een schilderij , een fresco of een gebrandschilderd raam. Men beschouwde de tekening niet als een op zichzelf staand kunstwerk. Een uitzondering vormden de tekeningen in de middeleeuwse handschriften, zoals die in de diverse kloosterscriptoria van West-Europa werden vervaardigd (o.a. te Reims, Tours, Reichenau, Regensburg). In de renaissance verkreeg de tekening steeds meer een zelfstandige functie en gingen kunstenaars ertoe over hun schetsen en voorstudies aan verzamelaars te verkopen. Deze trend zette zich voort in de 16e-17e eeuw, toen hoe langer hoe meer tekeningen werden vervaardigd die niet meer een functie als voorstudie voor een uiteindelijk kunstwerk bezaten, maar zelf als zodanig werden geconcipieerd. Rembrandt b.v. maakte duizenden tekeningen, waarvan slechts enkele als directe voorstudies voor een schilderij of ets.

De belangrijkste vervaardigers van tekeningen zijn de grote schilders en beeldhouwers geweest o.a. in Italië: Pisanello, Da Vinci, Michelangelo, Rafaël, Tiepolo; in Frankrijk: Clouet, Lorrain, Poussin, Watteau, Ingres, Delacroix, Degas, Cézanne; in Duitsland: Dürer, Altdorfer, Menzei; in Zwitserland: Holbein, Graf, Fuessli; in Spanje: Goya; in Engeland: Blake, Constable; in Vlaanderen: Van Eyck, Brueghel, Rubens, Van Dyck, Jordaens; in Nederland: Van Leyden, Goltzius, Rembrandt, Lievens, Jongkind, Van Gogh. Ook in de 20e eeuw is de tekening bij veel kunstenaars nog zeer in zwang, o.a. bij Klee, Giacometti, Modigliani, Henry Moore, Picasso, Hockney; in Nederland: Lucebert en Peter Vos; in Vlaanderen: Jacob Smits, Speybroek, Stuyvaert, Van Ael, Albert van Dijck. Bij het tekenen onderscheidt men het handtekenen of vrij tekenen, dat ook de grondslag van de schilderkunst vormt, en het rechtlijnig tekenen, dat voor technische doeleinden wordt gebruikt. Bij het handtekenen kunnen de dingen die men wenst af te beelden aanschouwelijk worden gemaakt uitsluitend door omtrekken, waarbij dus de voorstelling van diepte en ruimte, waar die vereist worden, wordt opgewekt door toepassing van de wetten van de perspectief. Schaduw, plastiek en verschil van kleur kunnen worden uitgedrukt met behulp van dunne en dikke lijnen van omtrekken en door middel van vele, dicht naast elkaar gezette lijnen (arcering). Ook kan men geheel of nagenoeg geheel zonder omtrek, enkel door juist geplaatste arcering, het gewenste effect bereiken.

Tekenen kan men op vrijwel iedere grondstof (hout, doek, leder, perkament, metaal, steen, kalk, papier en bordpapier). Men kan daarbij houtskool (rood, wit of zwart), krijt, gewone inkt of Oostindische inkt, sepia, bister, maar ook iedere andere kleur gebruiken; men kan werken met veren pen, rieten pen, stalen pen, potlood(grafiet), zilverstift of penseel.

Het technisch tekenen omvat het vervaardigen van tekeningen die:

1. de werkelijke afmetingen op gelijke, vergrote of verkleinde schaal willen geven van bestaande gebouwen, voorwerpen, landschappen enz. (opmetingen, uitslagen);
2. de afmetingen willen aanduiden van de op te richten gebouwen en voorwerpen (plannen, projecten);
3. de verhoudingen en de plaats(en) aangeven die verschillende onderdelen tot elkaar en tot het geheel hebben (situaties).

< >