(Ned.: Spitsbergen), Noorse eilandengroep in de Noordelijke IJszee, 62050 km2, bestaat uit West-Svalbard (39450 km2) met Prins Karel Foreland (625 km2), Noordoostland (16580 km2), Edge Eiland of Stans Foreland (5100 km2), Barentsz Eiland (1435 km2), Bereneiland en talrijke kleinere eilanden. West-Svalbard heeft aan de westzijde de Hekla-formatie met secundaire gesteenten (kristallijne schisten, dolomieten en kwartsieten) en sporen van vulkanisme.
De eilanden worden gekenmerkt door een alpien landschap en vele diepingesneden fjorden. Ten zuiden van de Isfjord is West-Svalbard rijk aan steenkolen (tertiaire lagen), waarvan de exploitatie is begonnen in 1899. Sedert 1932 bezit de Russische regering concessies in Barentzburg tot het exploiteren van kolenmijnen. Bestuurszetel is Longyearbyen. De inwoners (ca. 1000 Noren en 3000 Russen) zijn betrokken bij de mijnbouw.GESCHIEDENIS. Voor het eerst werd Svalbard waarschijnlijk door Noren bezocht in 1194 en daarop door W.Barentsz in 1596. De Hollandse Noordse Compagnie had hier een station voor de walvisvaart en de bereiding van traan (Smerenburg). Op 9.2. 1920 werd Svalbard erkend als Noors bezit.