v./m. (-beurzen), som geld uit een fonds of van overheidswege om iemands studiekosten te bestrijden.
(e) In Nederland worden de meeste studiebeurzen van overheidswege verstrekt. Particuliere studiebeurzen worden verstrekt door o.a. kerkgenootschappen, stichtingen en bedrijven. In het algemeen spreekt men bij de van overheidswege verstrekte studiebeurzen van studietoelagen, omdat een gedeelte van de toelage wordt verstrekt als beurs en de rest als renteloos voorschot dat na (of na afbreken van) de studie in termijnen moet worden terugbetaald. Het Rijk stelt ook rentedragende leningen ter beschikking. Terwijl vroeger alleen studiebeurzen werden toegekend voor zeer begaafde studenten aan de universiteit, is er nu een veelomvattend stelsel voor het gehele onderwijs. Het verkrijgen van een studietoelage en de hoogte ervan is afhankelijk van het eigen inkomen van de aanvrager, de studieresultaten en van het vermogen, het inkomen en de gezinssamenstelling van de ouders.
In België worden in de eerste plaats studiebeurzen verstrekt door het Nationaal Studiefonds, dat verbonden is aan de ministerie van Nationale Opvoeding. Maar ook andere instellingen, zoals de Bond van Grote Gezinnen, universiteiten, sommige bedrijven en particuliere instellingen, kennen studiebeurzen of -leningen toe. De beurzen worden verstrekt op alle studieniveaus vanaf het einde van de leerplicht (14 jaar) en in sommige gevallen zelfs al eerder. De toekenning is afhankelijk van het inkomen van de ouders en de studieresultaten van de begunstigde.