Amerikaans schrijfster, *3.2.1874 Allegheny, †27.7.1946 Parijs. Stein bracht haar kinderjaren door in Wenen en Parijs, waarna zij in de VS psychologie en medicijnen studeerde.
Na 1903 woonde zij in Parijs, waar zij contacten onderhield met o.a. Picasso, Matisse en Braque en als beschermvrouw optrad van een jonge avant-garde van kunstenaars. In de jaren twintig was ze het middelpunt van de Amerikaanse litteraire gemeenschap in Parijs, met o.a. Hemingway, Fitzgerald, Cummings. Haar eerste roman, Three lives (1908), was tamelijk conventioneel, maar in haar latere werk probeerde zij de uitgangspunten van het kubisme te verwezenlijken met behulp van taal. Ze schreef fragmentarisch, met herhalingen en vereenvoudigingen, in haar pogingen om het moment vast te leggen.
Haar meest experimentele werk, zoals Tender buttons (1914), Geography and plays (1922) en The making of Americans (1925), is vrijwel onbegrijpelijk, maar zij heeft zeker bijgedragen aan de vernieuwing van de Amerikaanse litteratuur. Werken: Lucy Church amiably (1930), Lectures in America (1935), Things as they are (1950), Autobiografisch van aard zijn: The autobiography of Alice B.Toklas (1933), Everybody's autobiography (1935), Paris France (1940), Wars I have seen (1945). Uitgaven: Selected writings, door C.van Vechten (1962); Writing and lectures 1911—45, door P.Meyerowitz (1967). LITT. N.Weinstein, G.Stein (1970); J.R.Mellow, G.Stein and Company (1974); J.Hobhouse, Biography of G.Stein (1976).