o., (plantenveredeling) geselecteerd zaad van een stam.
(e) In verband met de instandhouding van een ras selecteert de kweker stamzaad door van het uitgangsmateriaal enkele planten te kiezen die het ras het meest eigen zijn. Na een of meer generaties vermeerdering ontstaat van elke plant een nakomelingschap, die men →stam noemt. Door menging van enkele stammen verkrijgt men stamzaad. Het stamzaad wordt gebruikt voor het verkrijgen van nieuw uitgangsmateriaal en, na eenmalige vermeerdering, van kwekerszaad.