v. (-n, -s), (ook: sander), fluvioglaciale afzetting van zand en grind.
(e) Een spoelzandvlakte ontstaat als het met puin beladen smeltwater de mogelijkheid krijgt zich over een grote breedte uit te spreiden over een zeer zwak hellend oppervlak. Door de grote verbreding van de stroombedding vertoont de smeltwaterstroom een verwilderd rivierenpatroon in het afgezette puin.