(spreidde, heeft gespreid),
1. vlak of tot een laag uitleggen; (fig.) zijn bedje is gespreid, voor zijn toekomst is gezorgd, er is een goede positie voor hem weggelegd;
2. over een oppervlak of in een ruimte uitstrooien, verspreiden, verbreiden;
3. gelijkmatig over een tijdsverloop verdelen.