Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

spionageroman

betekenis & definitie

m. (-s), roman waarvan het thema spionage is.

ⓔ De spionageroman behoort tot de ➝ontspanningslectuur en is verwant met de ➝detective, de avonturenroman en de thriller. Als eerste spionageroman wordt beschouwd The spy (1821) van J.F. Cooper, waarin de lotgevallen van de spion zelf centraal staan. Vanaf het begin van de 20e eeuw, toen voor het perfectioneren van de oorlogsmachinerie het verkrijgen van gegevens omtrent nieuwe uitvindingen door de tegenpartij van vitaal belang was, kreeg dit genre veel aandacht, vooral in Groot-Brittannië en de VS. Ook in de Oosteuropese landen, waar de overheid doorgaans afwijzend tegen vormen van misdaadlitteratuur staat, vond de spionageroman als enig gesanctioneerde variant van dit genre een gretig onthaal. Bekende schrijvers uit het begin van de 20e eeuw zijn William Le Queux, Erskine Childers en John Buchan (met The 39 steps, 1915).

De spionageverhalen van W. Somerset Maugham en G. Greene onderscheiden zich door hun grote litteraire kwaliteiten. In de tweede helft van de 20e eeuw zijn o.a. E. Ambler, J.

Le Carré en L. Deighton bekende auteurs. De figuur van geheim agent James Bond, een creatie van I. Fleming, werd wereldberoemd.

LITT. D. McCormick, Who’s who in spy fiction (1977).

< >