Edmund, Engels dichter, 1552 Londen, ♱13.1.1599 Londen. Spenser studeerde te Cambridge.
Daarna maakte hij kennis met Philip Sidney, die zijn beschermer werd en aan wie hij het herdersdicht The shepheardes calender (1579) opdroeg; zijn voorbeelden waren Theokritos, Vergilius en C.Marot. In 1580 vertrok hij naar Ierland als secretaris van de onderkoning. In 1590 kende de Engelse koningin Spenser een jaargeld toe. In hetzelfde jaar verschenen het eerste tot en met het derde deel van zijn meesterwerk, The faerie queene. Zes delen werden voltooid, alle in de door hem ontworpen Spenserian stanza. Deze veel nagevolgde dichtvorm bestaat uit 9 regels: 8 jambische pentameters en een alexandrijn; het rijmschema is ababbcbcc.
In 1591 verscheen de bundel Complaints; in 1595, na een bezoek aan Londen, Colin Clouts come home againe. Zijn huwelijk met Elizabeth Boyle inspireerde hem tot de sonnettenreeks Amoretti (1595). In 1596 verschenen de drie volgende delen van The faerie queene, en tevens Prothalamion en Fowre hymnes. Spenser heeft grote invloed gehad op de Engelse literatuur, m.n. in de romantiek. Uitgaven: Poetical works, door J.C.Smith en E.de Selincourt (17e dr. 1960); Works, door E.Greenlaw e.a. (10dln. 1932— 49).LITT. W.Nelson, The poetry of E.Spenser (1963); P.J.Alpers, The poetry of the Faerie Queene (1967); M.Evans, Spenser’s anatomy of heroism (1970); R.M.Cummings (red.), Spenser, the critical heritage (1971); J.Nohrenberg, The analogy of the faerie queene (1976).
