analyse van stoffen door middel van hun spectrum. Elk atoom, molecule of ion zendt nadat het een hoeveelheid energie heeft ontvangen (b.v. door verwarmen, of door opvallende straling) een karakteristiek spectrum uit.
Hierop berust de mogelijkheid van identificatie.Tevens kan men conclusies trekken omtrent de toestand, waarin de lichtgevende materie zich bevindt (➝spectraalklasse). De methode dateert van 1860 (Kirchhoff en Bunsen). Met de spectraalanalyse heeft men nieuwe chemische elementen ontdekt en men kon er de aanwezigheid van vele op aarde bekende elementen op de zon en vaste sterren mee aantonen en conclusies trekken over de toestand, waarin de elementen zich daar bevinden. De spectraalanalyse is thans de belangrijkste analysemethode geworden voor het onderzoek naar de chemische samenstelling van stoffen. Vrijwel het gehele elektromagnetische spectrum wordt gebruikt. De radiogolven worden toegepast bij ➝kernmagnetische resonantie, de warmtestraling bij ➝infraroodspectroscopie en het ➝absorptiespectrum bij zichtbaar en ultraviolet licht.
Alle genoemde takken van spectrochemische analyse zijn vormen van absorptiespectrometrie. Men kan evenwel ook een stof tot uitzending van straling brengen, b.v. door verhitting in een vlam (vlamspectroscopie) of elektronenbombardement (röntgenspectroscopie). Ook de ➝massaspectrometrie rekent men tot de spectrochemische analyse.
LITT. A.A.de Galan, Analytische spectrometrie (1969).