Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

ion

betekenis & definitie

o. (-en), atoom of atoomgroep met een of meer elektronen te veel of te weinig, waardoor het elektrisch is geladen.

(e) Als atomen elektronen afstaan of opnemen, worden zij geladen en worden zij ionen genoemd.

Af staan van elektronen geeft positieve ionen, opnemen van elektronen negatieve ionen. Ionen oefenen door hun lading elektrische krachten op elkaar uit, en wel aantrekkend als zij tegengesteld geladen zijn, afstotend als zij gelijknamig geladen zijn. De grote aantrekkingskracht tussen tegengesteld geladen ionen doet ze uitkristalliseren tot harde kristallen, b.v. het keukenzout, NaCl, dat opgebouwd is uit Na+en Cl_-ionen. Dat deze ionen gemakkelijk in water oplossen, kan worden verklaard doordat in dat geval veel energie gewonnen wordt doordat het ion zich omringt met de dipolen der watermoleculen. Vaak zijn ionen gecomplexeerd tot een complex ion, dat als een onlosmakelijk geheel chemische reacties vertoont en in water oplost. Een bekend voorbeeld is het carbonaation C03-2 (afb.).

Ionen bewerkstelligen het transport van elektriciteit in vloeistoffen en gassen. Bij stroming van elektriciteit in een elektrolyt neemt men aan, dat de moleculen van de vloeistof of opgeloste stof geheel of gedeeltelijk zijn gesplitst in ionen die zich vrij in de vloeistof kunnen bewegen. Behalve bij elektrische stromen in vloeistoffen spelen ionen een rol bij de geleiding van elektriciteit in gassen, ofschoon in enkele gevallen de stroom ook wel grotendeels uit vrije elektronen kan bestaan. Een gas-ion kan ontstaan ten gevolge van de stoot van een ion of elektron tegen een molecule of atoom van een gas. Een botsend elektron zal het atoom (of het molecule) alleen dan kunnen ioniseren, wanneer het een energie heeft, die ten minste gelijk is aan de energie, die voor het ioniseren nodig is. Is de energie van het botsend elektron kleiner, dan kan dit slechts bewerken dat het atoom (resp. molecule) in een andere energietoestand wordt gebracht.

Bij verschillende onderzoekingen (→elektronenstoot) krijgt het botsend elektron zijn snelheid door een zeker potentiaalverschil te doorlopen. Het potentiaalverschil dat behoort bij die elektronensnelheid, die juist voldoende is om het atoom te ioniseren, heet ionisatiespanning. Dit is een voor de atoomtheorie belangrijke grootheid. Ook door de inwerking van röntgenstralen, ultraviolet licht, radioactieve stralingen, kanaalstralen, kathodestralen enz. kunnen oorspronkelijk neutrale atomen of moleculen en ionen worden gesplitst. Bij vaste stoffen kunnen eveneens ionen optreden. Een kristalletje keukenzout is b.v. opgebouwd uit regelmatig gerangschikte positieve natriumionen en negatieve chloorionen.

< >