Duits orgelbouwer, *14.1. 1683 Kleinbobritzsch (Ertsgebergte), ♱4.8.1753 Dresden. Van 1702—09 leerde Silbermann het orgelbouwersvak bij zijn broer Andreas. In 1709 bouwde hij een orgel met twee manualen in de AltSankt-Peterkirche te Straatsburg. Daarna vestigde hij zich in Freiberg (Saksen). Hij werd de bekendste orgelbouwer van de familie. Hij bouwde ca. 50 orgels, waaronder dat van de Frauenkirche te Dresden (1732—36; verwoest in 1945) en dat van de Hofkirche te Dresden (1750-54). Bij zijn instrumenten paste hij verschillende mensuren van het pijpwerk toe. Hij voorzag zijn orgels niet van een rugpositief.
Silbermann construeerde een →clavichord met snaren die tweemaal zo lang waren als normaal, het ‘cymbal d’amour'. Hij verbeterde het →hammerklavier.
LITT. E.Flade, Der Orgelbauer G.Silbermann (2e dr. 1953); U.Dähnert, Die Orgeln G.Silbermanns in Mitteldeutschland (1953); C.Mahrenholz, Grundsätze der Dispositionsgestaltung des Orgelbauers G.Silbermann (1959).
