o. (-anen), silicium te trahydride; (mv.) als verzamelnaam voor silicium-waterstofverbindingen.
(e) De algemene formule voor de silanen is SinH2n+2. Voor de bereiding van de silanen gaat men uit van magnesiumsilicide (Mg2Si), dat in verdund zoutzuur op 50 °C wordt gebracht. Het ontwikkelde gas bevat silanen en waterstof (H2). Een andere bereidingswijze gaat uit van silicontetrachloride en natriumaluminiumhydride. In hoofdzaak ontstaat het monosilaan dat een smeltpunt heeft van -185 °C, een kookpunt van —112 °C en bestendig is tot ca. 400 °C. De andere silanen hebben vrijwel dezelfde eigenschappen als het monosilaan.
Het silaan met de meeste siliciumatomen is het hexasilaan. Naarmate de silanen meer siliciumatomen bevatten, worden zij onbestendiger. Silanen zijn minder stabiel dan de overeenkomstige koolwaterstoffen. Bij verhitting vallen zij uiteen in lagere silanen en vaste onverzadigde polymere hydriden (SiH)x. Silanen zijn explosief met lucht.