Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-06-2020

sika

betekenis & definitie

m. (-’s), (ook: sikahert), Cervus nippon, middelgroot, permanent gevlekt hert van Oosten Noordoost-Azië.

(e) De sika komt voor van Vietnam in het zuiden tot Japan, Korea en Mantsjoerije in het noorden. De schouderhoogte varieert van 65 tot 109 cm. Ook de kleur is zeer variabel: verscheidene rassen zijn zo donker van kleur, vooral in het winterkleed, dat er nauwelijks vlekken te zien zijn. De geweien zijn gewoonlijk achtenders. Een aantal rassen, vooral eilandbewonende, wordt door ontginningen bedreigd. De soort kan echter gemakkelijk in gevangenschap gehouden worden en is hier en daar ook al verwilderd, o.a. in Nieuw-Zeeland en Engeland.

De grootste vorm is het Dybowskyhert van het Oessoerigebied in Mantsjoerije (schouderhoogte: 109 cm). De sika is het enige autochtoon in Japan voorkomende hert. In deze archipel komen 6 ondersoorten voor, waarvan de kleinste (van het eiland Yakushima) een schouderhoogte heeft van slechts 65—71 cm. →hertachtigen.

< >