Quintus, Romeins veldheer, *122 v.C., ♱(verm.) 72 v.C. Na te hebben gediend onder Marius tijdens de inval van de Kimbren en Teutonen in Gallië (102 v.C.), werd Sertorius krijgstribuun in Spanje (98 v.C.) en bevelhebber in de Bondgenotenoorlog (91 v.C.—89 v.C.).
Uit rancune tegen Sulla sloot hij zich aan bij Marius. In 82 v.C. als bestuurder van Hispania Citerior, moest Sertorius wegens de proscriptie van Sulla vluchten naar Mauretanië. Hij werd piraat. Uitgenodigd door de Lusitani keerde hij naar Spanje terug. Hij verzamelde Romeinse volgelingen en trachtte naar Romeins voorbeeld een staat te stichten, met Osca (thans Huesca) als centrum. Sertorius stelde zelfs een Senaat van 300 Romeinse leden in.
Achtereenvolgens werden de tegen hem uitgezonden Metellus Pius en Gnaeus Pompejus teruggeslagen. Sertorius zocht contact met Mithridates VI van Pontus (75 v.C.) voor een oorlog op twee fronten tegen Rome. Terwijl zijn populariteit en succes reeds afnamen, werd hij vermoord door zijn ondergeschikte Perperna, die zelf het commando overnam.