o. (-men), grafische voorstelling van aardbevingsgolven door een seismograaf. De door een aardbeving ontstane trilling plant zich door de aarde voort als golven:
1. de longitudinale golven (P-golven, prima unda);
2. de langzamere, dus later binnenkomende, transversale golven (S-golven secunda unda), evenals de P-golven voortgekomen uit het hypocentrum;
3. de (langzaamste) oppervlaktegolven (lange golven, L-golven) komend uit het epicentrum). De Pen S-golven worden bij hun voortplanting via de aarde door discontinuïteitsvlakken (en door het aardoppervlak) teruggekaatst en gebroken, welke stoten, door hun verschillende snelheden en wegen, na elkaar geregistreerd worden. Hierdoor kan de opname van een aardbeving die uit een enkele stoot bestaat, vele minuten duren. Analyse en interpretatie van het seismogram zijn onderdelen van de seismologie.