v.,
1. afzetting; wijze waarop sedimenten gevormd zijn;
2. (scheikunde) bezinking; het doen ontstaan van een bezinksel.
Bij sedimentatie onderscheidt men bij klastisch materiaal het milieu waarin de afzetting heeft plaatsgevonden (marien, fluviatiel, glaciaal, eolisch). Sedimentatie van organogeen en chemisch materiaal vindt m.n. binnen hun specifieke milieu plaats. In het algemeen spelen drie soorten bestanddelen bij sedimentatie een rol: terrigens, afbraakprodukten van elders aangevoerd; allochems, materiaal dat ter plekke ontstaat, b.v. organismen; orthochems, chemische neerslag tussen het materiaal.