Raffinageproces waardoor bij primaire raffinageprocessen uit ruwe olie gewonnen ruwe produkten worden gezuiverd. De ruwe produkten zijn in het algemeen ongeschikt voor onmiddellijk gebruik, omdat ze onstabiel bij opslag zijn, een onaangename geur of voorkomen hebben en verontreinigd zijn door water of vaste deeltjes.
Verder zijn b.v. de viscositeitsindex en het octaangetal vaak onvoldoende. Doelen bij de secundaire raffinageprocessen zijn:1. verwijderen van ongewenste gassen;
2. wegnemen van onaangename geuren;
3. verbetering van de gedragseigenschappen van het produkt;
4. verbeteren van de opslagstabiliteit;
5. verwijderen van water of vaste deeltjes;
6. afscheiden van bestanddelen met moleculaire zeven. Voor het bereiken van die doeleinden bestaan een aantal processen:
1. extractie met oplosmiddelen;
2. chemische oxidatie (zoeting);
3. behandelen met zwavelzuur (b.v. bij smeerolie);
4. behandelen met waterstof (hydrotreating, ontzwavelen);
5. behandelen met kleisoorten (bleken);
6. behandelen met moleculaire zeven;
7. ontwateren en filtreren;
8. ontparaffineren;
9. ontoliën.
