In België sinds 1975 de algemene benaming voor alle vormen van voortgezet onderwijs tussen de lagere school en het hoger onderwijs. De organisatie in twee types van secundair onderwijs werd vastgelegd in de wet en het KB van 31.7.1975.
Type II groepeert de afdelingen die tot het traditionele middelbaar (sinds 1975 algemeen secundair), technisch, kunsten beroepsonderwijs behoren. Type I is het vernieuwd secundair onderwijs (vso), ingevoerd door de Wet van 19.7.1971. Beide types omvatten zes leerjaren, maar in het vso is de traditionele indeling in een lagere en een hogere cyclus vervangen door drie graden van elk twee jaar (observatie-, oriëntatie-en determinatiegraad), waarbij ook de scheiding tussen de verschillende onderwijsvormen is opgeheven.Het vso is gericht op een democratische organisatie en een indivdualisering van het onderwijs, anderzijds ook op een pedagogisch meer verantwoorde keuze van de studierichting, die daarom later gebeurt dan in het traditionele onderwijs het geval was. Na verloop van tijd zal het secundair onderwijs van het type II volledig opgaan in het type I.
Zie middelbaar onderwijs; onderwijs, ALGEMEEN, België.
LITT. H. Bellemans e.a., Het vernieuwd secundair onderwijs, proeve en concretisering (1972); Opdrachten voor een eigentijds secundair onderwijs (1975).