m. (-s), stof waarin scintillatie kan optreden.
Een scintillator is meestal een doorzichtig kristal; door luminescentie ontstaat daarin een lichtflits of scintillatie als het getroffen wordt door een foton of ander ioniserend deeltje, waardoor energie aan het kristal wordt afgestaan. Een anorganisch kristal zoals natriumjodide, geactiveerd met een kleine hoeveelheid thallium voor de luminescentie, is zeer geschikt voor de detectie van fotonen (gammastraling), terwijl organische kristallen zoals anthraceen en stilbeen gebruikt worden voor de detectie van b.v. bètadeeltjes. Er bestaan ook organische vloeistoffen en plastics die zich als goede scintillatoren gedragen.