m. (-s),
1. gezagvoerder van een schip: schipper en stuurman zijn tevens, besluiten nemen en ze zelf uitvoeren; in engere zin: binnen-of veenschipper, beurtschipper;
2. onderofficiersrang bij de Ned. marine overeenkomend met die van sergeant-majoor bij landen luchtmacht;
3. (padvinderij) leider van de zeeverkenners.
MILITARIA
Bij de marine doet een schipper vaak dienst als chef d’équipage. Daarboven staat de opperschipper, een rang, overeenkomend met die van adjudant bij de landen luchtmacht.
Bij de Belg. zeemacht zijn de benamingen resp. meester en oppermeester.
RECHT
Juridisch bekleedt de schipper in de binnenvaart dezelfde positie als de kapitein in de zeevaart. De rechten en verplichtingen van de Ned. resp. Belg. schippers, nl. de gezagvoerders van een binnenschip, zijn geregeld in artt. 782–787 Ned. WvK en artt. 271–278 Belg. WvK.
