v. (-n, -s), (ook: peneplain), een bijna geheel vlak gedenudeerd en zeer zacht naar de erosiebasis hellend landoppervlak.
De schiervlakte heeft lage, afgeronde waterscheidingen, volgens W.M.Davis het eindstadium na een ononderbroken doorgaande erosiecyclus. In middelen hooggebergte zijn vele opgeheven schiervlaktes te herkennen aan de tegenstelling tussen het vlakke plateau en de diepingesneden dalen. Voorbeelden van dergelijke schiervlaktes zijn de Ardennen en het Rijnse leisteenplateau (Eifel, Hunsrück).