Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Schande

betekenis & definitie

v./m. (g. mv.),

staat van oneer: tot schande strekken; door schade en schande wordt men wijs; iets dat tot oneer strekt: die schande wilde hij tot elke prijs vermijden; armoede is geen schande; het is (een) schande, het is hoogst onbehoorlijk; schande van iets spreken, er met verontwaardiging over spreken; toonbeeld van oneer: iemand te schande maken, hem logenstraffen.

< >