Italiaans componist, *2.5.1660 Palermo, ♱24.10.1725 Napels. Scarlatti was bevriend met B.Pasquini en A.Corelli, die zijn werk beïnvloedden.
Zijn opera Gli equivoci mei semblante (1679) was oorzaak dat hij kapelmeester van de Zweedse koningin Christina werd (tot 1683). In 1684 werd hij kapelmeester in Napels, maar in 1703 was hij terug in Rome. In 1708 ging hij weer in Napels werken als kapelmeester van de onderkoning. Later verbleef hij nog enkele keren in Rome en Loreto. Scarlatti wordt beschouwd als de stichter van de Napolitaanse School. Hij creëerde de concertopera, waarbij de muziek boven de handeling staat en waarbij ruimschoots gebruik gemaakt wordt van de da capo-aria, die grote mogelijkheden biedt voor improvisatie.
Zijn driedelige symfonieën (allegro-andante-allegro) gaven de weg aan voor de latere klassieke. Tot zijn leerlingen behoorden J.Hasse, F.Geminiani en zijn zoon Domenico. Zijn oeuvre is zeer omvangrijk: 115 opera’s, 150 oratoria, ca. 700 cantates, verder motetten, madrigalen, psalmen, missen en kamermuziek. LITT. E.Dent, A.Scarlatti, his life and works (2 dln. 1960); R.Pagano en L.Bianchi, A.Scarlatti (1972).