Italiaans componist, *26.10.1685 Napels, ♱23.7.1737 Madrid. Scarlatti was een leerling van o.a. zijn vader Pietro Alessandro.
In 1701 werd hij organist en componist bij de koninklijke kapel te Napels, die onder leiding van zijn vader stond. In 1703 werden zijn opera’s Ottavia restituita al trono en II Giustino te Napels opgevoerd. Van 1705—08 studeerde hij bij F.Gasparini te Venetië. In 1709 genoot hij reeds zo’n reputatie, dat hij werd uitgenodigd voor een muzikaal duel met G.F.Händel. Hij werkte achtereenvolgens in Rome, Lissabon, Napels en Madrid, waar hij vooral bekendheid kreeg als componist van clavecimbelwerken (in totaal ca. 560). De Essercizi per gravicembalo (gedrukt in 1738; opgedragen aan de koning van Portugal) bestaan voor het grootste deel uit eendelige sonates.
Zij getuigen van een grote rijkdom aan ritmische, melodische, harmonische en contrapuntische vondsten. Daarnaast componeerde hij een aantal opera’s, waaronder La Silvia (1710), Ifigenia in Aulide (1713) en Ambleto (1715). Ook schreef hij cantates, serenades en kerkmuziek, waaronder twee missen. LITT. R.Kirkpatrick, D.Scarlatti (1953; 6e dr. 1970); H.Keller, Die Klaviersonaten von D.Scarlatti (1957); J.L.Sheveloff, The keyboard music of D. Scarlatti (diss. 3 dln. 1970).