[samarskiet, een mineraal genoemd naar de Russische mijningenieur M.Samarski], o., scheikundig element, symbool Sm.
Samarium behoort tot de lanthaniden en is dus in hoofdzaak driewaardig. Ook 2+-geladen ionen komen voor, waarbij alleen de twee 6s-elektronen zijn afgegeven. Isotopen zijn gevonden van atoommassa 141-157. In de natuur komen de volgende isotopen voor: 144Sm (3,09 %), 147Sm (14,97 %), 148Sm (11,24 %), 149Sm (13,83 %), 150Sm (7,44 %), 152Sm (26,72 %) en 154Sm (22,71 %).
Samarium kan gewonnen worden uit zeldzame aarde bevattende mineralen, b.v. monazietzand. Samariummetaal heeft een zilverglans en is bij kamertemperatuur aan de lucht stabiel; bij 150 °C ontbrandt het. Samarium is in 1879 spectroscopisch ontdekt door P.E.Lecocq de Boisbaudran. Het wordt toegepast in infrarode stralen, absorberend glas, anorganische en organische katalyse in de elektronische en keramische industrie en is te gebruiken in controlestaven en als neutronenvanger in kernreactoren, als toevoeging aan calciumfluoridekristallen bij lasers en als activator bij infraroodgevoelige fosfor. Het sulfide is belangrijk door zijn uitstekende thermo-elektrische eigenschappen en het oxide als dehydrogeneringskatalysator. Geallieerd met kobalt vormt het buitengewoon sterke magneten.