John, Engels essayist, kunstcriticus en maatschappelijk hervormer, *8.2.1819 Londen, ♱20.1.1900 Brantwood (Lancashire). Ruskin woonde jarenlang in Zwitserland en Italië, waar hij zich met schilderkunst en architectuur bezighield.
Van 1870-79 was hij hoogleraar beeldende kunst te Oxford. Op kunsthistorisch gebied publiceerde hijo.a. Modern pointers (5 dln. 1843—60), The seven lamps of architecture (1849), The stones of Venice (3 dln. 1853). Na 1860 publiceerde Ruskin voornamelijk essays over sociaal-economische en maatschappelijke onderwerpen, o.a. The crown of wild olive (1866), Time and tide (1867) en Sesame and lilies (1868), zijn belangrijkste bundel essays. Van 1871 -84 gaf hij Fors clavigera uit, maandelijkse ‘brieven’ aan de arbeiders in Engeland. In 1885 begon hij de autobiografie Praeterita. Een van Ruskins sociale activiteiten was de stichting van het Saint George’s Guild, als maatschappelijke modelinstelling. Hij heeft in zijn tijd grote invloed gehad op het maatschappelijke leven in Engeland. Voor hem was kunst niet een zaak van een beperkte groep, maar een noodzaak voor de hele mensheid. Uitgave: Complete works, door E.T.Cook en A.Wedderburn (39 dln. 1903-12).
LITT. P.Quennell, J.Ruskin (1956); R.B.Stein, J. Ruskin and aesthetic thought in America 1840— 1900 (1967).