(roofde, heeft geroofd),
1. openlijk met geweld wegnemen wat een ander toebehoort: geroofde goederen; zij kwamen om te roven en te moorden; een meisje roven, haar schaken;
2. (fig.) ontnemen, wegnemen: een kusje roven, ongevraagd en onverwacht iemand kussen; hij heeft haar eer geroofd, haar verkracht;
3. (gew.) wegnemen: een vogel roven, een nest uithalen, de hennen roven, de eieren uit het hok nemen;
4.(mijnbouw) weghalen van stutten uit een ontgonnen pand.