Wat is de betekenis van Stutten?

(stutte, heeft gestut), 1. (gew.) tegenhouden, stuiten: de brand, het gebrek stutten; 2. (scheepst.) bij een draaiend schip: tegenroer geven totdat het schip weer een rechte koers volgt; 3. steunen, schoren, schragen: een bouwvallige muur, een boom stutten; — (fig.) ondersteunen: een zaak met zijn gezag stutten.

(1936) (inf.) benen. 'Aan de (zijn) stutten trekken': soldatenslang voor deserteren, er vandoor gaan. Syn.: baanders*; benenwerk*; fietsen*; gereedschap*; kuierlatten*; looplatten*; loopstokken*; onderdanen*; onderstel*; pannenlatten*; pikkels*; staanders*; stelten*; strontschragen*. Kromme benen zijn: biggenvangers*; knijnetakkers*; sasselewiebene...

stutten - Werkwoord 1. (ov) iets door het plaatsen van een steun voor omvallen behoeden ♢ Die oude muur valt niet meer te stutten en moet afgebroken worden. stutten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stut

Fundatieblok onder de olieslagblokken.

Stutten - aan de stutten trekken: de benen nemen. Vgl. gelijksoortige uitdrukkingen zoals de spat nemen, de kuierlatten nemen. De stutten zijn de verticale balkstutten, die zich aan beide zijden van het schip bevinden om de dekken tegen doorzakken te behoeden. Hier overdrachtelijk gebruikt voor de benen die het menselijk lichaam ondersteunen. ​

(ov ww; stutte; h. gestut) TU - aan brug, rek(stok) of ringen uit vouw- hang schuin achterwaarts (niet schuin voorwaarts, zoals bij de kip) omhoog kippen tot (bovenarm)hang of steun.

Op de steunderbalk aangebrachte stutten die (evt. met wiggen) onder de kruisarmen van het bovenwiel geplaatst worden als extra beveiliging bij storm. (Wijhe, Garderen)

aan zijn - trekken weglopen; zich haasten; in soldatenslang ‘deserteren’. Stutten is naast stelten en kuierlatten/kuierstokken een slangterm voor ‘benen’. ... maar we moeten zeker zijn dat mevrouw niet met het hele verhaal naar pappie loopt, voor wij morgen aan onze stutten getrokken hebben. (Le- onhard Huizinga: Adriaan met Olivier natuurlijk, 19...

v., skoarje, skraegje, stypje; iets met een paal —, earne in peal tsjin to skoar sette.