Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Roodverschuiving

betekenis & definitie

v., verschuiving van de spectraallijnen naar de rode kant van het spectrum (dus naar langere golflengten).

Het licht afkomstig van een bron is samengesteld uit een groot aantal spectraallijnen (welke dat zijn, hangt o.a. af van de toestand en chemische samenstelling van die bron). Deze spectraallijnen bevinden zich bij bepaalde, nauwkeurig bekende rustgolflengten. M.n. in de spectra van astronomische objecten kan het voorkomen dat de spectraallijnen zich niet bij de rustgolflengten bevinden, maar systematisch verschoven zijn naar meestal langere golflengten (dus naar rood). Er zijn twee mogelijke oorzaken voor een dergelijke roodverschuiving:

1. de bron beweegt zich van de waarnemer af (dopplerroodverschuiving, dopplereffect);
2. de bron bevindt zich in een extreem sterk gravitatieveld (relativistische roodverschuiving). De grootte van de roodverschuiving wordt gedefinieerd als z = ∆λ/λ (λ = de golflengte). Voor de dopplerroodverschuiving is z = v/c (v = snelheid van de bron, c = de lichtsnelheid). De roodverschuiving van extragalactische stelsels is vaak groot (z > 1/2) en dient, aangenomen dat er sprake is van dopplerroodverschuiving, als basis voor de theorie van het uitdijend heelal (Hubble-constante, kosmologie). Deze interpretatie wordt door sommige astronomen in twijfel getrokken, o.a. vanwege de (energieproblemen die dit met zich mee brengt bij de quasars.

< >