(Fr.: Renaix), Belg. stad in de prov. Oost-Vlaanderen (arr.
Oudenaarde), 34,47 km2, 24620 inw. Ronse heeft taalfaciliteiten voor de Franstalige minderheid. Naast ca. 25 middelgrote en grote textielbedrijven (spinnerijen, weverijen, tapijten, apprêtage, confectie, breigoederen, ververij) zijn er slechts enkele fabrieken voorschoenen, houtbewerken, elektrisch materiaal, plastic enz. De aanleg van een industrieterrein heeft de teruggang van de tewerkstelling in de textielsector nog niet kunnen compenseren. De pendel is beperkt (15 % van de actieve woonbevolking). Ronse is een stedelijk verzorgend centrum waar de werkgelegenheid voor 67 % in de secundaire sector ligt en voor 32 % in de tertiaire sector.
Het verzorgend gebied is beperkt door de nabij gelegen stad Oudenaarde en de afgrendelende werking van de taal-en provinciegrens. Ronse heeft een gunstige toeristische ligging in het centrum van de Vlaamse Ardennen. Van het landbouwareaal is 58 % akkerland (graan-en nijver heidsgewassen); er is 350 ha bebost.Prehistorische en Romeinse vondsten wijzen op een oude nederzetting. De H. Amandus stichtte er in ca. 640 een abdij. In de 13e eeuw verkreeg Ronse stadsrechten. Na een met de lakennijverheid verbonden middeleeuwse bloei volgde een periode van godsdienstoorlogen, die werd gekenmerkt door grote branden. Een van de weinige overgebleven oude gebouwen is de Sint-Hermeskerk (11e—18e eeuw) met een zeer grote romaanse crypt. Sedert 1721 vindt op de zondag na Pinksteren over 33 km een processie plaats met het schrijn van Sint-Hermes.