Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Ritenstrijd

betekenis & definitie

m., discussie die in de 17e–18e eeuw de rooms-katholieke missionarissen in China resp. Zuid-Indië verdeelde aangaande de vraag of de Chinese en Indische christenen hun traditionele riten al of niet mochten blijven uitoefenen.

In China ontstond een ritenstrijd na de dood van de jezuïet M.Ricci (1610), die de praktijk van de riten had toegelaten als eerbewijs aan Confucius (voorouderverering). Tegenstanders van Ricci waren m.n. Spaanse franciscanen en dominicanen, die de beoefening van deze riten als afgodisch beschouwden. In 1645 sprak paus Innocentius X zich uit tegen, in 1656 Alexander VII ten voordele van de toelaatbaarheid van de riten. De moeilijkheden werden nog groter door de nationale tegenstellingen onder de missionarissen, tot ook de Chinese keizer K’ang-si erin betrokken werd. Deze verklaarde in 1692 de riten voor zuiver burgerlijk.

In 1704 werden zij door paus Clemens XI verboden. Na een bevestiging van dit verbod (1715) werden de missionarissen uit China verbannen (1717). Het einde van de strijd kwam in 1742 met een definitief verbod door paus Benedictus XIV (bul Ex quo singulari).

In Zuid-Indië ontstond in de 17e eeuw een gelijksoortig dispuut, ten gevolge van het optreden van de jezuïet R.de Nobili. Diens missiemethode, die o.a. inhield dat de bekeerlingen de gebruiken der hindoes, voorzover zij niet strijdig waren met het christelijk geloof, mochten behouden, werd in 1623 door paus Gregorius XV goedgekeurd, echter in 1744 door paus Benedictus XIV veroordeeld. In 1939–40 besliste paus Pius XII dat zowel de Chinese als de Indische riten voortaan, onder bepaalde voorwaarden, mochten worden toegestaan.

LITT. A.Huonder, Der chin. Ritenstreit (1921); J. M.van Minnen, Accommodatie in de Chin. zendingsgesch. (1951); A.Mulders, Missiegeschiedenis (1957); G.Dunne, Generation of giants (1962); V. Hayward, Christenen en China (1976).

< >