Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Rijksdag

betekenis & definitie

[Du. Reichstag], m. (-en),

1. sinds de vroege middeleeuwen in het Heilige Roomse Rijk de vergadering der rijksstanden;
2. de volksvertegenwoordiging in de Noordduitse Bond (1867-71).
3. de volksvertegenwoordiging in het Duitse Rijk (1871-1918) ;
4. de volksvertegenwoordiging in de Weimar-Republiek (1919-33);
5. een (ornamentele) vergadering in het Derde Rijk (1933—45).

De rijksdag in het Duitse Rijk telde 397 leden, gekozen in eenmansdistricten, op grond van het algemene, directe en enkelvoudige kiesrecht. Het aandeel van de rijksdag in de staatsleiding was geringer dan van de volksvertegenwoordigingen in westerse staten.

< >