Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Rhijnwijk

betekenis & definitie

vm. landhuis bij Driebergen en woonplaats van Franse vluchtelingen in de 18e eeuw. Na de pauselijke bul Unigenitus (1713) tegen Quesnel tekenden vele geestelijken en theologen in Frankrijk en België (de appellants) een appel op een algemeen concilie aan (jansenisme).

Om aan vervolging te ontkomen vluchtten velen, van wie een groot aantal hun toevlucht nam tot de Utrechtse Kerk. Op Rhijnwijk woonde van 1726–46 een aantal cisterciënzers van de abdij Orval. Reeds vóór 1746 kwamen ook vele Fransen naar Rhijnwijk. Nicolas le Gros stichtte er in 1736 een theologische school, die na zijn dood (1751) werd voortgezet door de bekende jansenist d’Étemare. Ook de jansenist Gabriël Dupac de Bellegarde woonde hier. Jarenlang werd op Rhijnwijk de uitgave van de Nouvelles Ecclésiastiques, het internationale tijdschrift van de jansenisten, verzorgd. Bij gebrek aan bewoners werd Rhijnwijk in 1772 verkocht.

< >