Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Reve, gerard

betekenis & definitie

(Kornelis van het), Ned. letterkundige, *14.12.1923 Amsterdam. Na de grafische school werkte Van het Reve bij het illegale Parool, waar hij na 1945 verslaggever werd.

Zijn debuut, het verhaal De ondergang van de familie Boslowits (1946), bleef vrijwel onopgemerkt, maar zijn onder de naam Simon van het Reve gepubliceerde roman De avonden (1947) riep felle reacties op: door sommigen destijds verguisd om zijn negativisme, thans algemeen aanvaard als een van de belangrijkste boeken van de naoorlogse Ned. litteratuur. De hoofdpersoon is als exponent van de illusieloze generatie die juist uit de oorlog te voorschijn was gekomen met scherp realisme getekend, waarbij het beklemmende van de beschreven kleinburgerlijke sfeer door een geheel eigen soort humor wordt gerelativeerd. Van het Reves novelle Werther Nieland (1949) vormde een tweede hoogtepunt. Zijn in het Engels geschreven romanfragment Melancholia (1951) zorgde voor een schandaal en had de intrekking van een hem toegekende reisbeurs tot gevolg. Daarop vestigde Van het Reve zich in Londen en ging hij in het Engels schrijven: The acrobat and other stories (1956; Ned. vert. Vier wintervertellingen, 1963).

Na het volgen van een toneelcursus in Londen (1955) concentreerde Van het Reve zich een tijdlang op dramatische litteratuur: Moorlandshuis (1959) en Commissaris Fennedy (1961). Veel waardering vonden zijn vertalingen van o.a. Albee, Behan, Brecht, Gelber en Pinter en zijn televisieoptreden. Met Tien vrolijke verhalen (1961) sloot hij deze periode af.Vanaf 1962 begon Van het Reve in Tirade ‘reisbrieven’ te publiceren; het ongekende succes leidde tot bundeling in Op weg naar het einde (1963) en Nader tot u (1966). Hierin is veel terug te vinden van wat al in De avonden aanwezig was: het niets-ontziende realisme, de humor, een aantal motieven, maar nu losser geformuleerd en onverhuld op eigen persoon betrokken, waarbij nieuwe thema’s, zoals de verhouding schrijver-samenleving, de dood en vooral de homoseksualiteit een dimensie aan zijn werk toevoegden. Zowel Van het Reves toetreding tot de Rooms-Katholieke Kerk (1966), als zijn openlijke homo-erotiek veroorzaakten aanvankelijk groot rumoer, dat hij echter bepaald niet uit de weg is gegaan. In 1969 ontving hij de P.C.Hooftprijs. Zijn correspondentie met S.Carmiggelt bewerkte hij tot De taal der liefde (1972), een boek over drank, homo-erotiek en de dood. Sinds 1974 woont de schrijver in Frankrijk. Werken: Veertien etsen van Frans Lodewijk Pannekoek (1967), A prison song in prose (1968), Vier pleidooien (1971); verder onder de naam Gerard Reve: Lieve jongens (1973), Het zingende hart (1973), Het lieve leven (1974), Ik had hem lief (1975), Een circusjongen (1975), Drie toespraken (1977), Oud en eenzaam (1978), Een eigen huis (1979).

LITT. J.Fekkes, De God van je tante (1968); Van het Reve-nummer Dialoog (1969); K.D.Beekman en M.Meijer, Gerard (Kornelis van het) Reve (1973); H.Mulisch, Het ironische van de ironie (1976); E.Kummer en H.Verhaar, Over De avonden van G.K.van het Reve (1976).

< >