m., methode van textieldruk waarbij het weefsel eerst op bepaalde plaatsen bedrukt wordt om daar verfhechting te voorkomen en vervolgens in zijn geheel geverfd.
Bij de mechanische reservedruk wordt het (witte) weefsel eerst bedrukt met een harsoplossing die het doek plaatselijk afsluit, bij de chemische reservedruk met chemicaliën die het hechten van kleurstof voorkomen. Daarna wordt het doek in zijn geheel geverfd. Na het verwijderen van de hars of het reserveringsmiddel verschijnt het gedrukte patroon in wit op een gekleurde ondergrond.
Ook kan men in het reserveringsmiddel een kleurstof van een ander type als waarmee geverfd wordt aanbrengen; deze verft het doek op de bedrukte plaatsen aan; er ontstaat een zgn. bonte reserve.