Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Reserve

betekenis & definitie

[Lat. reservare, bewaren], v./m. (-s),

1. het voor zich behouden, openhouden van de mogelijkheid (om iets te doen, te laten, te genieten enz.);

reservepersoneel. Wervingssticker voor de Nationale Reserve, een in 1948 opgericht onderdeel van de Nederlandse Koninklijke Landmacht, bestaande uit vrijwilligers

2. voorbehoud: enige reserve is hierbij geboden; zonder (enige) (bij uitbreiding) bedenking, bezwaar;
3. terughoudendheid: onder zijn uiterlijke schuilt een warm gemoed;
4. deel van het leger dat niet in actieve dienst is, maar onder omstandigheden snel opgeroepen kan worden; (eertijds) koloniale kern voor de uitzending van suppletietroepen naar de koloniën;
5. (metonymisch) plaatsvervanger, reservist;
6. noodvoorraad: een aanleggen; iets in reserve houden; monetaire voorraad aan goud en deviezen; geestelijke reserves;
7. (economie) surplus aan kapitaal; afzonderlijk geboekt kapitaal of fonds van een onderneming als algemene zekerheid of met een bepaalde bestemming gevormd, m.n. ingehouden winsten: een reserve vormen, aanleggen, creëren
8. (textielindustrie) werkwijze bij het verven waardoor bepaalde plekken geen kleurstof opnemen (reservedruk);
9. (mineralogie) aangetoonde of geschatte, maar nog niet gewonnen voorraden van grondstoffen, m.n. van aardolie.

ECONOMIE

Wanneer aan het eind van een boekjaar een deel van de bedrijfsresultaten niet onder de eigenaren wordt verdeeld, wordt dit in het eenvoudigste geval boekhoudkundig tot uitdrukking gebracht door het crediteren van een reserverekening. Veelal is er niet of niet uitsluitend één algemene reserve, maar een aantal specifieke reserves, m.n. bestemmingsreserves, waarin de middelen voor zelffinanciering worden verzameld, een dividend-reserve met het oog op dividendstabilisatie, en een conjunctuurreserve, ter verzekering van de solvabiliteit in crisisjaren. Van geheel andere aard is de 4-agioreserve.

In de boekhouding leiden alle reserves als het ware een eigen leven: elk jaar worden zij door dotaties ‘gevoed’ of er wordt door onttrekkingen uit ‘geput’. In werkelijkheid zijn de betrokken gelden echter veelal vermengd met algemene middelen van het bedrijf. Het komt echter ook voor dat men een reserve niet in de risico’s van het eigen bedrijf wil laten delen en daarom als een afzonderlijk fonds beheert: belegde reserve. Is een reserve in de gepubliceerde balans als afzonderlijke post vermeld, zodat bestaan en omvang voor buitenstaanders kenbaar zijn, dan wordt zij zichtbaar genoemd. Wordt zij daarentegen ‘weggewerkt’ door actiefposten (b.v. debiteuren) te laag, of passiefposten (b.v. crediteuren) te hoog te waarderen, dan spreekt men van een geheime reserve. Een tussengeval is de waardering van een actiefpost tegen een zo laag bedrag (b.v. gebouwen tegen f 1), dat elke balanslezer het bestaan van een zgn. stille reserve vermoeden moet, ook al blijft de omvang hem verborgen.

De onzichtbare reservering werd vroeger wel als een daad van degelijk financieel beheer gezien, maar ontmoet steeds meer weerstand. Ook groeit het besef dat in de balans duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen reserve en voorziening. In sommige landen moeten vennootschappen een deel van hun winst reserveren totdat een bepaald plafond is bereikt (wettelijke reserve). Een niet uit hoofde van wettelijke of statutaire voorschriften gevormde reserve wordt vrij genoemd.

In de Ned. belastingwetgeving zijn open fiscale reserves bestanddelen van het zuivere bedrijfsvermogen, zoals blijkt uit de winstbepalende voor belastingdoeleinden opgestelde balans. Zij mogen niet in het bedrijfsvermogen zijn gekomen door vermogensinbreng noch door reservering van belaste of definitief vrijgestelde jaarwinst en waarop dientengevolge de belastingheffer nog te enigertijd een claim kan doen gelden. De inkomstenbelasting kent:

1. de reserve tot gelijkmatige verdeling van kosten en lasten;
2. de reserve assurantie eigen risico;
3. de vervangingsreserve (artt. 13 en 14). Naast deze reserves kent de vennootschapsbelasting bovendien:
4. de egalisatiereserve (verzekeraars) en de koersverschillen-reserve (beleggingsmaatschappijen).

In België worden principieel om het even welke reserves of voorzorgfondsen als winsten belast (art. 21 Wet Inkomstenbelasting). Niettemin is het sinds de fiscale hervorming van 1962 toegelaten reserves aan te leggen voor wel bepaalde waarschijnlijke toekomstige verliezen, tot een maximum van 5 % van de jaarwinst en 7,5 % van het hoogste winstbedrag der vijf laatste jaren, alsmede voor periodiek terugkerende vaste lasten.

MINERALOGIE

Men onderscheidt bij de winning van aardolie en minerale grondstoffen bewezen, waarschijnlijke en mogelijke reserves.

Bewezen reserves zijn hoeveelheden grondstoffen, die met hoge zekerheid zijn aangetoond (vaak door produktie) en met de huidige technieken economisch winbaar zijn. Waarschijnlijke reserves zijn aan de hand van beperkte informatie aanwezig geachte grondstoffen, die zich bevinden in aan reeds ontgonnen voorkomens grenzende gebieden. Ook niet-economisch winbare voorkomens die waarschijnlijk met andere, nog niet gebruikelijke technieken winbaar zijn, worden tot de waarschijnlijke reserves gerekend. Mogelijke reserves zijn reserves die op grond van een bepaalde bodemgesteldheid mogen worden verwacht in nog niet onderzochte gebieden.

< >