naam van o.a. enkele graven van HENEGOUWEN.
Reinier I, graaf in Lotharingen, ♱25.8.(of 11.)915; zoon van Giselbrecht, graaf van de Maasgouw. Reinier was een vooraanstaand machthebber in het rijk van koning Zwentibold (895-900), waar hij bezit had op de linkeroever van de Maas. In 898 kwam er een breuk; tijdens de opstand werd de koning gedood. Reinier kreeg onder diens opvolgers een oppergezag over Lotharingen of een deel ervan.
Reinier II, ca.930; jongere zoon van Reinier I. Reinier werd waarschijnlijk graaf van Henegouwen.
Reinier III Langhals, graaf van Henegouwen, ca.960; zoon van Reinier II. Reinier was tegenstander van de politiek van de Duitse koning Otto I, maar steunde in 953 deze toch tegen hertog Koenraad van Lotharingen, in de hoop zich zelfstandiger te kunnen maken ten opzichte van het koninklijk gezag. Nadat Koenraad door Bruno i was opgevolgd (953), zette Reinier zijn verzet voort en werd daarom in 958 naar Bohemen gedeporteerd.
Reinier IV, graaf van Henegouwen, *978, ♱1013; zoon van Reinier in. Reinier vluchtte in 958 naar Frankrijk, probeerde in 973 de erfenis van zijn vader te heroveren en kreeg in 977 een deel van Henegouwen terug. In 998 maakte hij zich door verovering van de burcht van Bergen volledig meester van dit graafschap.
Reinier V, graaf van Henegouwen (1013-39), ♱na 1040; zoon van Reinier IV. Aanvankelijk tegenstander, verzoende Reinier zich later met de keizerlijke partij. Hij verkreeg door huwelijk de mark Ename (Oudenaarde).