Karl Leonhard, Duits filosoof, *26.10.1758 Wenen, ♱10.4.1823 Kiel. Reinhold werd in 1787 hoogleraar te Jena, in 1793 te Kiel.
Hij geldt als een van de belangrijkste verdedigers van het kantianisme (vooral in zijn Briefe über die kantische Philosophie, 1786-87). In wat hij zijn Elementarphilosophie noemde, stelde Reinhold een theorie van het voorstellingsvermogen op waarbij de voorstelling beschouwd wordt als een onbetwijfelbare akt, die de grondslag van alle kennen uitmaakt. Een van Reinholds verdiensten is geweest dat hij een aantal kantiaanse termen ten opzichte van elkaar scherper heeft afgelijnd (o.a. noumenon en Ding an sich). Werken: Versuch einer neuen Theorie des menschl. Vorstellungsvermögens (1789), Beiträge zur Berichtigung bisheriger Missverständnisse der Philosophen (2 dln. 1790-94), Über das Fundament des philosophischen Wissens (1791), Versuch einer Kritik der Logik aus dem Gesichtspunkt der Sprache (1806).
LITT. A.Klemmt, K.L.Reinholds Elementarphilosophie (1958); R.Lauth (red.), Philosophie aus einem Prinzip: K.L.Reinhold (1974).