Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

regenwulp

betekenis & definitie

v./m. (-en), Numenius phaeopus, vogelsoort uit de familie strandlopers.

De regenwulp verschilt van de wulp door de geringere grootte, relatief korte, meer geknikte snavel en overlangs gestreepte kruin. De roep, een fluitend ‘bie-bie-bie-bie-bie-bie’ is geheel anders. Deregenwulp broedt in arctisch en subarctisch Noord-Amerika, Europa en Westen Oost-Azië, overwintert tot zeer ver zuidelijk (tropisch en zuidelijk Afrika, vasteland van Zuiden Zuidoost-Azië, Zuid-Amerika). In Nederland en België is hij een doortrekker in vrij groot aantal van eind juni tot eind september en van half april tot begin juni; overzomert in klein aantal in het Waddengebied. LITT. E.Kumari, Der Regenbrachvogel (1977).

< >