m. (-s),
1. persoon die uit hoofde van een overheidsambt rechtspreekt, lid van een rechtbank, kantonrechter: een bevoegd de rechters zijn onafzetbaar; voor de moeten verschijnen, voor een rechter of rechterlijk college moeten komen, aangeklaagd zijn; een zaak voor de brengen;
2. (oneig.) persoon die in een zaak een beslissend en gezaghebbend oordeel uitspreekt, b.v. scheidsrechter, grensrechter.