m. (-s),
1. ratelof trilpopulier (Populus tremula), die een veelgebruikte houtsoort levert;
2. halfparasitisch plantengeslacht Rhinanthus, waarvan de losse zaden een rammelend geluid geven in de opgeblazen kelk: grote ratelaar, R. glaber; kleine ratelaar, R. minor; harige ratelaar, R. alectorophus;
3. nachtzwaluw;
4. minderwaardige soort van baksteen, die tijdens het bakken gescheurd is.