[Michael I.Pupin, *1858,♱1935; Joegoslavisch natuurkundige], m. (-s), laagfrequente telefoonkabel waarin op vaste onderlinge afstand pupinspoelen zijn aangebracht ter verlaging van de demping.
Het samenstel van de overwegend capacitieve kabel en de inductieve pupinspoelen vormt een lowpassfilter; de afsnijfrequentie hiervan ligt in de praktijk bij 4000 Hz, d.i. de hoogste over de dragen frequentie van een telefoongesprek. Een pupinkabel kan afhankelijk van de diameter van de dubbeldraden en de zelfinductie van de spoelen over één dubbeldraad, telefoongesprekken overbrengen over een afstand tot enkele honderdtallen kilometers. Pupinkabels worden in Nederland en België gebruikt voor verbindingen tussen telefooncentrales tot meer dan 100 km; voor grotere afstanden gebruikt men -vdraaggolftelefonie of pulscodemodulatie. filter.