[Lat. prurire, jeuken], v., uitslag die bestaat uit jeukende pukkels.
Er bestaan verschillende vormen van prurigo. Prurigo infantum treedt op in de eerste levensjaren, vooral aan de strekzijden van de ledematen. De vaste papels zijn klein, soms met een blaasje bedekt, en worden vaak opengekrabd, waardoor infectie kan optreden. Bijna altijd wordt prurigo infantum door insektensteken veroorzaakt. Na het 10e jaar komt deze vorm zelden voor. Prurigo simplex (adultorum) toont hetzelfde beeld, maar dan bij volwassenen; soms is het dan een uiting van inwendige ziekten zoals afwijkingen van lever en galblaas, leukemie, ziekte van Hodgkin of carcinoom.
Ook geneesmiddelen kunnen als bijwerking een prurigo (artsenijexantheem) veroorzaken; insektensteken en contactallergie spelen soms een rol; vaak blijft de oorzaak duister. Prurigo Solaris (aestivalis) komt vooral in het voorjaar voor op de onbedekte delen van de huid en berust op overgevoeligheid voor zonlicht. Waardoor deze overgevoeligheid ontstaat, is meestal onbekend. De behandeling bestaat uit het plaatselijk aanbrengen van tegen het licht beschuttende crèmes, of het toedienen van middelen die de gevoeligheid voor zonlicht doen afnemen, b.v. door het dikker worden van de hoornlaag van de huid.
