Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Proudhon

betekenis & definitie

Pierre Joseph, Frans publicist, *15 januari 1809 te Besançon, ♱19 januari 1865 te Parijs. Proudhon, van beroep typograaf, was autodidact en kreeg grote betekenis door zijn talloze publikaties, die hem tot een wegbereider van het anarchosyndicalisme maakten.

Zijn anarchisme was gericht tegen elke vorm van autoritair bestuur en beoogde een hoogste graad van orde in harmonie met een hoogste graad van individuele vrijheid.In zijn studie Qu’est-ce que la propriété? (1840) kantte hij zich tegen elke eigendom die exploitatie van andermans arbeid mogelijk maakte: La propriété, c’est Ie vol (eigendom is diefstal). Hij stelde voor ‘eigendom’ te vervangen door ‘bezit’, dat de arbeider de beschikking laat over het werk van zijn handen. Dit bezit wilde Proudhon beschermen door goedkoop krediet en door een coöperatief stelsel (‘mutuellisme’). Hij dacht de sociale kwestie op te lossen door een nationale bank die alle ambachtslieden renteloze voorschotten zou verschaffen. Ook zou men daar zijn produkten kunnen inleveren tegen bonnen die recht zouden geven op aanschaf van benodigde artikelen; de ruilwaarde zou evenredig dienen te zijn aan de arbeidsintensiviteit van de waren. Proudhon kwam op voor de sociale gelijkheid van alle mensen, maar tevens voor ieders onafhankelijkheid ten opzichte van de staat of de collectieve organisatie.

Hij was dan ook eerder een individualist dan een collectivist. Daardoor, en ook doordat hij de arbeiders buiten de politiek wilde houden, haalde hij zich de vijandschap van Marx op de hals. Tijdens de Eerste Internationale (1864–76) werd heftig gestreden tussen marxisten en proudhonisten, onder wie M.A.Bakoenin.

Als filosoof was Proudhon een eclectisch denker, beïnvloed door Kant, Hegel, Feuerbach en de Franse utopisten. Hij zag de geschiedenis als een toestand van voortdurende spanning en beweging. Afwezigheid van spanning en beweging, en dus ook het aanvaarden van absolute, onveranderlijke waarheden, zijn een teken van decadentie. Proudhon was dan ook een bewust antisystematisch denker. Uitgaven: Correspondance (14 dln. 1874–75; herdr. 7 dln. 1971); Oeuvres complètes, door C.Bouglé en H.Moysset (15 dln. 1923–59); Carnets, door P.Hauptmann (3 dln. 1960–68); Oeuvres choisies, door J.Bancal (1967); Toast à la révolution. Extraits (1974).

LITT. G.Gurvitch, Proudhon (1965); P.Ansart, Sociologie de Proudhon (1967); A.Ritter, The political thought of P.J.Proudhon (1969); R.L.Hoffman, Revolutionary justice (1972); G.Duprat, Marx, Proudhon (1973); J.Langlois, Défense et actualité de Proudhon (1976).

< >