[Gr. pros, naar toe, kuneo, kussen], v., voetval als huldebetuiging aan de godheid of de koning.
De proskynese was m.n. een Byzantijns hofceremonieel. Zij stamde echter uit het oude Oosten, waar men zich voor iemand op de knieën wierp en zijn voeten of de zoom van zijn gewaad kuste om hem als zijn heer te begroeten.