het privilegie waarbij het recht van de koning van het H. Roomse Rijk om rechtszaken te onttrekken aan de gewone rechten en voor het zgn.
Reichshofgericht te brengen, voor een bepaald gebied werd opgeheven. Dit privilegie werd sedert het einde van de 13e eeuw successievelijk voor het gebied van de keurvorsten, van de overige rijksvorsten, van de meeste rijkssteden en vervolgens ook voor vele andere territoria verleend. Tenslotte werd in 1387 het ius evocandi van de koning af geschaft, ius (de non evocando).
