v., (ook: hiërocratie), staatssysteem waarbij de regeringsmacht wordt uitgeoefend door religieuze gezagsdragers.
Men vindt trekken van deze heerschappij in o.a. het oude Egypte en Babylonië, in het Westen in de latere middeleeuwen, m.n. via het pausdom. Ook het integrale calvinisme wil de Staat ondergeschikt zien aan de Kerk; men spreekt dan echter liever van theocratie.