m. (-ten), (aardoliewinning) een put waaruit de olie (met ev. begeleidend water en gas) door middel van een putpomp wordt opgevoerd.
(e) De pompput is de meest verbreide vorm van oliewinning als een put niet uit zichzelf olie naar het maaiveld kan stuwen. De pomp wordt tot dicht bij de bodem van de put ingebracht. In de pompbuis (afb.→ja-knikker) gaat een plunjer regelmatig op en neer. Bij het omhooggaan ontstaat een vacuüm en wordt olie aangezogen via een perforatie in de pompbuis en de zuigklep. Bij het omlaaggaan wordt de zuigklep dichtgedrukt en ontwijkt olie via de persklep in de plunjer en de pompbuis; na verscheidene slagen van de plunjer bereikt de olie het maaiveld. De plunjer hangt aan de plunjerstang die tot aan het maaiveld doorloopt en aldaar door een bovengrondse putpompinstallatie op en neer wordt bewogen.
Deze bestaat meestal uit een balansarm die door een motor met tussendrijfwerk langzaam in schommelende beweging wordt gebracht. Naast de beschreven zuig-perspomp kent men ook putpompen aangedreven door een van bovenaf toegevoerde vloeistof. Voor putpompen met grote produktie (800 m3/dag) worden onder in de put elektrische centrifugaalpompen gebruikt.
