Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-06-2020

Podium, tijdschrift

betekenis & definitie

Ned. litterair tijdschrift, in 1944 als illegaal tijdschrift te Leeuwarden opgericht door G.L. Meinsma, C.v.d.Noord, P.Kalma en F.Sierksma.

De illegale nummers bevatten poëzie van wisselende kwaliteit, maar na de Tweede Wereldoorlog transformeerde het blad zich tot een polemisch tijdschrift met een duidelijk programma, dat wel is samengevat als ‘humanisme met haar op de tanden’. Essays, ook op politiek en sociaal gebied, namen een belangrijke plaats in en zo zette Podium op eigen wijze de traditie van Forum voort. Tussen 1947–63 maakten o.a. Rodenko, Borgers (die de gehele periode een centrale plaats innam), Vestdijk, Achterberg, Nagel, Boon, Burssens en Hermans langer of korter deel uit van de redactie. In 1950 ontstond een crisis over de plaats van de poëzie van de Vijftigers in Podium, waaruit het tijdschrift als orgaan van de avant-garde tevoorschijn kwam. In 1952 fuseerde Podium met het Belg. avant-gardeblad Tijd en Mens, maar deze uitgave werd door de uitgever gestaakt.

In 1953 kwam het tot de oprichting van de Stichting Podium door de redactie, die voortaan het blad voor eigen risico uitgaf. In deze periode vormden de creatieve bijdragen van de Vijftigers en andere jonge auteurs de kern en namen essays slechts een bescheiden plaats in. Ca. 1960 veranderde Podium opnieuw van karakter. Er gingen meer prozaïsten (Wolkers, Mulisch, Heeresma) en geëngageerde essayisten (Lammers, Hofland) meewerken. Na 1965 kreeg Podium steeds meer het karakter van een periodieke, zij het onregelmatig verschijnende bloemlezing. In december 1969 verscheen het laatste nummer, zonder dat van een definitieve opheffing sprake was.LITT. G.Borgers (red.), Losse planken van het tienjarig Podium (1956); W.Adams en R.Breugelmans, Reizende bladen (1974).

< >